Blog

maandag 29 juni 2015

Bevestiging melding op grond van APV is geen besluit

Wanneer in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) van een gemeente een meldingenstelsel is opgenomen, dan is de bevestiging van zo'n melding geen besluit. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nogmaals bevestigd naar aanleiding van een zaak waarin burgemeester en wethouders van Hellendoorn de melding van ZININ Theater & Cultuur voor het houden van zeven activiteiten in het openluchttheater te Nijverdal schriftelijk heeft bevestigd.

Wat is een besluit?
Dit is geregeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb): onder besluit wordt verstaan een schriftelijke beslissing van het bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

Waarom de bevestiging van een melding geen besluit is
Artikel 4:3, eerste lid, van de betreffende APV voorziet in een melding in verband met algemene regels. De Afdeling zegt hierover: "In dit meldingenstelsel vloeit het rechtsgevolg voort uit de wet omdat de melding geen voorwaarde is voor de gelding van de algemene regels. Deze regels zijn zonder nader afwegingsmoment van toepassing. De bevestiging van de melding verschaft de melder het bewijs dat de melding heeft plaatsgevonden maar brengt geen rechtsgevolg met zich. Gelet hierop zijn de brief van 3 juli 2012 en de brief van 15 augustus 2012 geen besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb."

Hoe zit het dan met de rechtsbescherming van omwonenden?
Daar zegt de Afdeling het volgende over: "Voor zover [appellant] stelt dat op deze wijze rechtsbescherming ontbreekt in het geval het college zijn eigen regels overtreedt en bijvoorbeeld meldingen accepteert die in strijd zijn met de regels overweegt de Afdeling dat de in artikel 4:3, eerste lid, van de Apv opgenomen algemene regels door het college dienen te worden gehandhaafd en dat belanghebbenden bij overtreding van deze algemene regels een verzoek om handhaving kunnen indienen."

Kortom, op de betreffende melding op grond van de APV zijn de algemene regels van de APV van toepassing. Wordt hieraan niet voldaan dan kunnen belanghebbenden een handhavingsverzoek indienen.

Bron: AbRvS 17 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1884

maandag 22 juni 2015

Wijziging Activiteitenbesluit: meer bedrijven en activiteiten niet meer vergunningplichtig

Het Activiteitenbesluit gaat veranderen. In de ‘vierde tranche’ wordt het Activiteitenbesluit uitgebreid met bedrijfstakken en activiteiten. Hierdoor vallen nog meer bedrijven volledig onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit en vervalt de verplichting tot een omgevingsvergunning milieu. Voor sommige activiteiten is nog wel een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) nodig.

De grootste groepen bedrijven waarvoor in de meeste gevallen de omgevingsvergunning milieu vervalt zijn:
  • Ziekenhuizen
  • Gieterijen
  • Defensie-inrichtingen
  • Hondenkennels, volières en dierentuinen
  • Asbestverwijderingsbedrijven
  • Producenten van petfood
Daarnaast komen twee besluiten, een regeling en een richtlijn in het Activiteitenbesluit:
  • Besluit LPG-tankstations
  • Besluit hefschroefvliegtuigen ziekenhuizen
  • Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer
  • Het normatieve deel van de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR)
Verder zijn er aanpassingen ter verduidelijking van voorschriften, verlichting van lasten en reparatiepunten. Zo komt het specifieke overgangsrecht van hoofdstuk 6 in de paragrafen per activiteit in hoofdstuk 3 en 4 van het besluit en de regeling te staan. Ook komen er erkende energiebesparende maatregelen in de Activiteitenregeling.

Voor de volgende activiteiten komen er nieuwe voorschriften in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling en vervalt in de meeste gevallen de vergunningplicht.
  • smelten en gieten van metalen
  • opslaan of bewerken van ontplofbare stoffen of voorwerpen bij defensie-inrichtingen
  • schieten op buitenschietbanen
  • kleinschalig vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen (monovergisting)
  • dierencrematoria
  • hondenkennels, volières en dierentuinen
  • opslag van verwijderd asbest
  • enkele activiteiten met mergel, grind en kalk (winnen, breken, malen, zeven of drogen)
  • bloemenververijen
  • veredelen van textiel
  • bewerken en verven van bont en leer
Voor een aantal andere activiteiten is de vergunningplicht vervallen zonder dat daarvoor nieuwe voorschriften worden ingevoerd. Dit kan zijn omdat die voorschriften al in het besluit staan of omdat er geen voorschriften nodig zijn. Het betreft:
  • opslag van diverse afvalstoffen van werkzaamheden buiten de inrichting
  • ziekenhuizen
  • sport- en recreatiebedrijven (grotendeels) en terreinen voor modelvliegtuigen
  • assemblage van motorvoertuigen
  • productie van spaanplaat, triplex, MDF en dergelijke
  • petfood-bedrijven
  • vullen kleine gasflessen met zuurstof
  • vullen gasflessen met verstikkende gassen
  • meelfabrieken
  • opslaan van cacao
  • afmeren van zeegaande veerboten
  • bewerken en opslaan hars
  • kweken ongewervelde dieren, behalve schelpdieren in oppervlaktewater en maden van vliegende insecten
De vierde tranche treedt naar verwachting in de tweede helft van 2015 in werking met een apart inwerkingtredingsbesluit.

Bron:  Infomil.

maandag 15 juni 2015

Pas op met recreatief verhuren van te koop staande woning!

Het gebeurt regelmatig. Een woning staat al enige tijd te koop en de eigenaar is verhuisd. Zolang de woning nog niet is verkocht betaalt de eigenaar dubbele woonlasten. Daarom wordt er overgaan tot verhuur van de woning aan derden. Dit kan op grond van de Leegstandswet, maar hoe zit het met de verhuur van de woning als recreatieverblijf?

De Raad van State heeft hier uitspraak over gedaan op 3 juni 2015. Doorslaggevend is wat er in het bestemmingsplan staat. Als de woning voor woondoeleinden is bestemd, dan levert recratief verhuren strijdigheid met het bestemmingsplan op. Zo vond ook de gemeente die de woningeigenaar een dwangsom oplegde. De woningeigenaar was het hier niet mee eens en legde de zaak uiteindelijk aan de hoogste bestuursrechter voor.

De Raad van State is het in deze zaak met de rechtbank eens dat een woning volgens het bestemmingsplan een zekere duurzaamheid van het gebruik met zich meebrengt. Verhuren van de woning aan derden als recreatieverblijf valt hier niet onder en is dus in strijd met het geldende bestemmingsplan. De gemeente heeft terecht een last onder dwangsom opgelegd om de illegale verhuur te beëindigen, zo vindt de Raad van State.

Alleen als sprake is van bijzondere omstandigheden kan van handhaving worden afgezien. Bijvoorbeeld als handhaving onevenredige gevolgen met zich meebrengt. De aangevoerde argumenten van de eigenaar dat de woning al lange tijd te koop staat en hoge kosten met zich brengt en de kwaliteit van leefomgeving afneemt zodra aan de opgelegde last wordt voldaan aangezien de woning in dat geval leeg zal staan, ziet de Raad van State niet als onevenredige gevolgen.

De eigenaar moet dus de illegale verhuur beëindigen. Gebeurt dit niet op tijd, dan moet een dwangsom worden betaald en blijft ook de verplichting om de illegale verhuur te beëindigen bestaan.

Vindplaats van de uitspraak:  ABRvS 3 juni 2015 ECLI:NL:RVS:2015:1750

maandag 8 juni 2015

Verschoonbare termijnoverschrijding: verschillende versies ontwerpbestemmingsplan

Zienswijzen tegen een ontwerpbestemmingsplan moeten binnen de voorgeschreven termijn van 6 weken zijn ingediend. Beroep tegen een bestemmingsplan is alleen mogelijk als eerst een zienswijze is ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan, anders wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. In dit geval hadden appellanten niet binnen de termijn een zienswijze ingediend, toch acht de Raad van State het beroep van appellanten ontvankelijk. Wat was er gebeurd?

De gemeenteraad van Marum had het ontwerpbestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan buitengebied" ter inzage gelegd. De kennisgeving van de terinzagelegging was zowel in de Staatscourant als in het AchtDorpenNieuws gedaan. In beide publicaties stond dat het ontwerpplan in digitale vorm is te raadplegen via de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl, en via de gemeentelijke website, www.marum.nl. 
 
Appellanten hebben een schermafdruk overgelegd waarop een pdf-versie is te zien van de verbeelding van het ontwerpplan via de website van de gemeente. Op de overgelegde verbeelding is ter plaatse van de door hen bedoelde percelen wel een bestemmingsvlak "Wonen" opgenomen, maar een aanduiding waaruit volgt dat binnen dat bestemmingsvlak, naast de al bestaande woning van appellanten, een tweede woning zou worden toegestaan, ontbrak. Appellanten hadden daarom geen reden gezien om een zienswijze in te dienen.
 
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

"Nu in de publicaties waarin de terinzagelegging van het ontwerpplan werd aangekondigd daarvoor naar een specifieke vindplaats op de website van de gemeente werd verwezen, mochten appellanten er naar het oordeel van de Afdeling op vertrouwen dat de verbeelding die langs die weg kon worden geraadpleegd het ontwerp van het plan weergaf zoals dat ter inzage is gelegd. Dat, zoals is komen vast te staan, de digitale verbeelding van het ontwerpplan die vanaf 7 februari 2014 via www.ruimtelijkeplannen.nl kon worden geraadpleegd wel een aanduiding "maximum aantal wooneenheden: 2" bevatte brengt in het voorgaande geen verandering, omdat niet in redelijkheid van appellanten kon worden gevergd dat zij, voordat zij een beslissing zouden nemen over het al dan niet indienen van een zienswijze tegen het ontwerpplan, alle versies van dat plan die konden worden geraadpleegd op de verschillende in de officiële publicaties vermelde vindplaatsen onderling zouden vergelijken.
Uit het voorgaande volgt dat appellanten redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt van het feit dat zij geen zienswijze hebben ingediend, zodat daarin geen aanleiding bestaat de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren."

Kortom, wanneer de gemeente zelf een specifieke vindplaats van de verbeelding publiceert, in dit geval op haar website, en deze afwijkt van de juiste verbeelding op ruimtelijkeplannen.nl, dan kan dit niet aan appellanten worden tegengeworpen. Zij mogen erop vertrouwen dat de juiste verbeelding op de gemeentelijke website is geplaatst en hoeven de verbeeldingen op de verschillende websites niet te vergelijken.

ABRvS 20 mei 2015 ECLI:NL:RVS:2015:1599

maandag 1 juni 2015

RIVM onderzoekt gezondheidsrisico's bestrijdingsmiddelen voor omwonenden

Goed nieuws voor wie in het buitengebied woont. Meer in het bijzonder als er vlakbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Het RIVM gaat onderzoek doen naar de (gezondheids-)risico's van bestrijdingsmiddelen voor omwonenden. Dit kan gaan leiden tot teeltvrije zones. Met name omwonenden in gebieden met bollenteelt vragen al langer aandacht voor de risico's die de (verspreiding van) bestrijdingsmiddelen met zich meebrengen.

Meer info: Rijksoverheid.nl