Een omgevingsvergunning weigeren wegens strijd met het bestemmingsplan kan niet zomaar. Het college (van burgemeester en wethouders) moet hiervoor een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen (vvgb) vragen aan de gemeenteraad.
Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald in een uitspraak van 6 april 2016.
De Afdeling oordeelt:
"5.3. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat het college niet
gehouden was een verklaring van geen bedenkingen aan de gemeenteraad te
vragen omdat het college voornemens was de gevraagde omgevingsvergunning
wegens strijd met het bestemmingsplan te weigeren. Op zich zelf volgt
uit de letterlijke tekst van artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo,
gelezen in samenhang met artikel 6.5, eerste lid, van het Bor, waarin de
zinssnede "verlenen van een omgevingsvergunning" wordt gebruikt, niet
dat een verklaring aan de gemeenteraad moet worden gevraagd in de
situatie waarin het bestuursorgaan van oordeel is dat de
omgevingsvergunning niet zou moeten worden verleend, maar dit volgt wel
uit het stelsel van de Wabo en de geschiedenis van de totstandkoming
daarvan. Uit artikel 3.11, eerste lid, van de Wabo volgt dat, in het
geval een aanvraag tot afwijking van het bestemmingsplan met toepassing
van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚, van de Wabo voorligt,
het college de gemeenteraad onverwijld een exemplaar van die aanvraag en
de daarbij gevoegde stukken stuurt. Artikel 2.20a van de Wabo bepaalt
dat voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor
voor het verlenen van de omgevingsvergunning een verklaring van geen
bedenkingen is vereist, de omgevingsvergunning voor die activiteit wordt
geweigerd indien de verklaring is geweigerd. Hieruit volgt naar het
oordeel van de Afdeling dat de omgevingsvergunning alleen kan worden
geweigerd vanwege strijd met het bestemmingsplan, wanneer de verklaring
van geen bedenkingen is geweigerd. Het artikel laat geen ruimte voor een
uitleg dat een omgevingsvergunning ook op die grond kan worden
geweigerd in het geval dat er geen verklaring van geen bedenkingen aan
de gemeenteraad is gevraagd. Het samenstel van de artikelen 2.27, eerste
lid, 2.20a en 3.11, eerste lid, van de Wabo en artikel 6.5, eerste lid,
van het Bor brengt aldus met zich dat het college gehouden was de
gemeenteraad onverwijld de aanvraag en de daarbij gevoegde stukken te
sturen en een verklaring van geen bedenkingen te vragen nu de aanvraag
om omgevingsvergunning zag op afwijking van het bestemmingsplan met
toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚van de Wabo
(vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 19 augustus 2015, zaak nr.
201408624/1/A1). [...]"
De Afdeling geeft ook aan wanneer de vergunning kan worden geweigerd zonder een vvgb te vragen:
"Het voorgaande laat onverlet dat het college wel een omgevingsvergunning
kan weigeren zonder een verklaring van geen bedenkingen te hebben
gevraagd, indien het de weigering baseert op een andere weigeringsgrond
dan de weigeringsgrond waarop de verklaring van geen bedenkingen ziet.
Ook indien de gemeenteraad gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid als
bedoeld in artikel 6.5, derde lid, van het Bor door categorieën van
gevallen aan te wijzen waarin een verklaring niet is vereist, kan het
college de omgevingsvergunning weigeren zonder eerst de gemeenteraad om
een verklaring te vragen. Deze situaties zijn hier niet aan de orde."
Toch passeert de Afdeling in dit geval de schending:
"5.4. Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank ten onrechte heeft
geoordeeld dat het besluit weliswaar in strijd is met artikel 3.11,
eerste lid, van de Wabo, maar dat uit deze bepaling gelezen in samenhang
met de artikelen 2.27, eerste lid, en 2.20a en artikel 6.5, eerste lid,
van het Bor, niet volgt dat het college een omgevingsvergunning waarbij
met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚van de
Wabo, wordt afgeweken van het bestemmingsplan, kan weigeren zonder een
verklaring van geen bedenkingen te vragen aan de gemeenteraad.
De
Afdeling ziet evenwel aanleiding om de schending van deze bepalingen
met toepassing van artikel 6:22 van de Awb te passeren en overweegt
daartoe als volgt. Aannemelijk is dat de belanghebbenden niet zijn
benadeeld door het niet onverwijld toezenden van de aanvraag en de
daarbij gevoegde stukken aan de gemeenteraad en het niet vragen van een
verklaring van geen bedenkingen. De gemeenteraad heeft op 4 september
2014 het bestemmingsplan "Veegplan stedelijk gebied" wat betreft het
perceel gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp. In het
veegplan is het chalet niet als bedrijfswoning bestemd. Het standpunt
van de raad is daarmee bekend en komt overeen met het besluit van het
college strekkende tot weigering van de omgevingsvergunning voor
legalisering van het chalet."
Bron: AbRvS 6 april 2016 ECLI:NL:RVS:2016:921
Blog
maandag 18 april 2016
vrijdag 1 april 2016
Tip: dien een zienswijze niet alleen per fax maar ook per post in
Faxen wordt beschouwd als een elektronische wijze van verzending. Een bestuursorgaan hoeft dit niet toe te staan.
Het bestuursorgaan moet dan wel een termijn bieden om de zienswijze alsnog op een toegestane wijze in te dienen. Wordt de zienswijze vervolgens niet op op een toegestane wijze ingediend, bijvoorbeeld per post, dan kan de zienswijze buiten behandeling worden gelaten.
Bron: AbRvS 16 maart 2016 ECLI:NL:RVS:2016:724
Het bestuursorgaan moet dan wel een termijn bieden om de zienswijze alsnog op een toegestane wijze in te dienen. Wordt de zienswijze vervolgens niet op op een toegestane wijze ingediend, bijvoorbeeld per post, dan kan de zienswijze buiten behandeling worden gelaten.
Bron: AbRvS 16 maart 2016 ECLI:NL:RVS:2016:724
Abonneren op:
Posts (Atom)