Tijdens een groepsbuitenrit onder deskundige begeleiding schrikt een manegepaard tijdens het stappen. De niet zeer ervaren ruiter valt van het paard en raakt gewond.
Wie moet de schade van de ruiter betalen?
De ruiter vordert dat de manege volledig aansprakelijk is voor de schade. De manege betwist de risicoaansprakelijkheid niet (artikel 1401 oud BW),maar stelt zich op het standpunt dat de ruiter zich,
door het paard te gaan berijden, bewust heeft blootgesteld aan de
daarmee verband houdende risico’s en dat het risico van een val geheel
voor rekening van de ruiter komt.
Wie heeft gelijk?
Het gerechtshof stelt vast dat de ruiter geen rijdfout heeft gemaakt en de manege zorgvuldig heeft gehandeld. Het gerechtshof vervolgt: "Het hof wijst er evenwel op dat het de eigen keuze van [appellante] is
geweest deel te nemen aan een rijles te paard in het Amsterdamse Bos,
dat het ook voor [appellante] kenbaar was dat paarden onberekenbaar
gedrag kunnen vertonen en dat haar ervaring met paarden beperkt was,
terwijl zij voor het eerst buiten de Manege paard reed. Dit alles
afwegend is het hof van oordeel dat een redelijke en billijke verdeling
ex artikel 6:101 Bw van de schade meebrengt dat [appellante] en de
Manege ieder de helft hiervan dragen."
Met andere woorden: de ruiter heeft zelf risico genomen door mee te doen met de groepsbuitenrit ondanks de beperkte rijervaring en moet daarom de helft van de schade zelf betalen.
Bron: Gerechtshof Den Haag 16 mei 2007, gepubliceerd 19 augustus 2013 ECLI:NL:GHSGR:2007:824