Een dierenpension heeft een geluidswal aangelegd die niet in overeenstemming is met de omgevingsvergunning. Er wordt bij de gemeente geklaagd over geluidshinder en verzocht om handhaving. De gemeente weigert dit onder verwijzing naar haar beleid waarin wat handhaving door middel van een last onder dwangsom betreft een
sanctiestrategie geformuleerd is die bestaat uit twee stappen. De eerste
stap houdt in dat, nadat een overtreding is vastgesteld, een voornemen
tot oplegging van een last onder dwangsom wordt verzonden met daarin een hersteltermijn. Als na hercontrole blijkt
dat de geconstateerde overtreding niet binnen de hersteltermijn
ongedaan is gemaakt, wordt in de tweede stap een last onder dwangsom
opgelegd.
De Raad van State oordeelt in eerste instantie met de standaardformulering: "Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in
geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan
dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te
treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts
onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren, dit te
doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie
bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in
verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die
concrete situatie behoort te worden afgezien."
In dit geval vervolgt de Raad van State echter: "Dat een bestuursorgaan, indien de hiervoor bedoelde bijzondere
omstandigheden zich niet voordoen, gehouden is tot handhavend optreden,
laat, zoals de Afdeling heeft overwogen in de door het college genoemde
uitspraak van 5 oktober 2011, onverlet dat het bestuursorgaan, ingeval
het in dat kader redelijk te achten beleid voert, bijvoorbeeld inhoudend
dat het bestuursorgaan de overtreder in bepaalde gevallen eerst
waarschuwt en gelegenheid biedt tot herstel voordat het een
handhavingsbesluit voorbereidt, zich in beginsel aan dit beleid dient te
houden."
De gemeente mag dus eerst waarschuwen, dit is niet in strijd met de handhavingsplicht.
Bron: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 7 augustus 2013, 201210061/1/A4