Blog

maandag 12 oktober 2015

Bestemmingsplan moet voldoende parkeergelegenheid garanderen

In een bestemmingsplan opnemen dat sprake moet zijn van 'voldoende parkeergelegenheid' is volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet voldoende. Zo blijkt uit een recente uitspraak van de Afdeling.

In het bestemmingsplan "KPN Campus Fockema Andreaelaan, Rubenslaan e.o." is in artikel 8 opgenomen dat de voor verschillende bestemmingen aangewezen gronden op grond van het bepaalde in de planregels daarvoor slechts mogen worden bebouwd en gebruikt onder de voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen wordt gerealiseerd of in stand gehouden.

De Afdeling zegt hierover in rechtsoverweging 14.4:  
"Voor zover de raad met artikel 8 van de planregels heeft beoogd met gebruikmaking van artikel 3.1.2, tweede lid, van het Bro, een planregel te formuleren die ertoe leidt dat bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor bouwen zal worden getoetst aan het gemeentelijk parkeerbeleid en de daarbij behorende parkeernormen, overweegt de Afdeling als volgt. Uit de planregels volgt niet dat bij de invulling van het begrip ‘voldoende parkeergelegenheid’ in artikel 8 aan dit beleid dient te worden getoetst. Voorts is - anders dan artikel 3.1.2, tweede lid, onder a, van het Bro voorschrijft - in de planregel niet aangegeven op de uitoefening van welke bevoegdheid artikel 8 van de planregels betrekking heeft. Gelet hierop biedt artikel 8, van de planregels onvoldoende waarborg om te worden gehanteerd als toetsingsnorm bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning."

Oftewel: alleen opnemen dat sprake moet zijn van 'voldoende parkeergelegenheid' biedt niet voldoende waarborgen.

De Afdeling geeft ook meteen de oplossing:
"De parkeerkwestie kan in zoverre met gebruikmaking van artikel 3.1.2, tweede lid, onder a, van het Bro, in het bestemmingsplan worden geregeld door in een bestemmingsplanregel neer te leggen dat bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen, de regel geldt dat voldoende parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen wordt gerealiseerd; dat voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de "Nota Parkeernormen Fiets en Auto" die als bijlage 1 bij de parkeernota "Stallen en Parkeren 2013" hoort, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging."

Dus: vul de betreffende planregel aan met een expliciete verwijzing naar het geldende parkeerbeleid binnen de eigen gemeente en koppel hieraan ook eventuele toekomstige wijzigingen.

Bron: AbRvS 9 september 2015 ECLI:NL:RVS:2015:2837