In bestuursrechtelijke procedures kan het soms erg lang duren voordat in laatste instantie een einduitspraak volgt, waardoor een rechtzoekende lang in onzekerheid verkeert. Dit is onwenselijk. Bij overschrijding van een redelijke termijn werd al een schadevergoeding toegekend, maar er was nog geen eenduidige uitleg wat onder redelijke termijn moet worden verstaan. Die is er nu wel. Reden hiervoor is het maatschappelijke belang bij een vlotte geschillenbeslechting en het belang van rechtseenheid.
De uniforme redelijke termijn is door de Raad van State bepaald op vier jaar voor de afdoening van
bestuursrechtelijke geschillen die bestaan uit een bezwaarprocedure en
twee rechterlijke instanties. Hierbij
staat zowel voor de bezwaar- en beroepsfase tezamen als die voor het
hoger beroep een termijn van twee jaar. Wordt deze overschreden, dan
moet de overheid € 500 aan immateriële schadevergoeding betalen voor
ieder half jaar overschrijding. Voor de bezwaarfase bij het
bestuursorgaan wordt daarbij uitgegaan van een termijn van een half
jaar, voor de procedure bij de rechtbank van anderhalf jaar.
Deze uniforme redelijke termijn geldt voor besluiten die na 1 februari 2014 bekend
worden gemaakt. Voor besluiten van vóór die datum wordt door de Afdeling
bestuursrechtspraak en het College van beroep voor het bedrijfsleven
nog een redelijke termijn van vijf jaar gehanteerd, waarin voor de
bezwaarprocedure een jaar staat, die voor het beroep bij de rechtbank
twee jaar en die voor het hoger beroep eveneens twee jaar.
Daarnaast blijft het mogelijk dat de redelijke termijn wordt overschreden bijvoorbeeld als het gaat om een ingewikkelde zaak, als een deskundige door een bestuursorgaan
of de rechter wordt ingeschakeld of als het processuele gedrag van
bezwaarmakers daartoe aanleiding geeft. Dit volgt uit vaste rechtspraak die blijft gelden.
Bron: persbericht Raad van State
Lees hier de volledige uitspraak.