De telefonische mededeling van de eigen inspecteur leidt tot gewekt vertrouwen.
Een vrouw die met de belastingtelefoon belde om zekerheid te krijgen over de hoogte van de nog te storten
aftrekbare lijfrentepremies in 2009 werd door de inspecteur teruggebeld, die verklaarde meer gegevens nodig te hebben en haar terug te bellen. Na bestudering van haar gegevens is de vrouw circa een week later door
de bewuste inspecteur teruggebeld. De inspecteur deelde haar
mee na haar dossier te hebben bestudeerd tot de conclusie te zijn gekomen dat zij
een bedrag van maximaal € 13.238 als lijfrentepremie in 2009 in aftrek
kon brengen.
De vrouw heeft daarop een bedrag van
€ 12.275 als lijfrentepremie aan de bank betaald en in de aangifte
IB/PVV 2009 een bedrag van € 12.275 als betaalde
bedragen voor een lijfrente bij gebruik van de reserveringsruimte in
aanmerking genomen. De
inspecteur heeft bij het opleggen van de definitieve aanslag IB/PVV
2009 als aftrekbare lijfrentepremie in aftrek toegelaten € 2.225 in
verband met de jaarruimte en € 2.225 in verband met de
reserveringsruimte en de aangifte gecorrigeerd met € 7.825.
De rechtbank oordeelde anders. Door de telefonische mededeling van de bevoegde inspecteur is bij de vrouw het vertrouwen gewekt dat zij over het onderhavige jaar een maximaal aftrekbare
lijfrentepremie in aftrek mocht brengen van € 13.238. De telefoongesprekken konden niet worden
aangemerkt als het verstrekken van algemene informatie, omdat de bevoegde inspecteur die
mededeling had gedaan nadat hij de situatie van de vrouw had bekeken. Zij mocht er dan op vertrouwen dat die inspecteur haar geval
op de van belang zijnde punten heeft beoordeeld. De omstandigheid dat zij via de Belastingtelefoon met deze inspecteur in contact
is gekomen maakt dit niet anders.
Hoewel de belastingplichtige niet het gehele bedrag had mogen opgeven als aftrekpost heeft de rechtbank het in dit geval op grond van het vertrouwensbeginsel toch toegestaan.